“Mag ik koffie zonder melk?”
“Helaas, de melk is op, ik kan u wel koffie zonder suiker geven.”
Heerlijk boekje van twee rennende techneuten, Hans van Dijk en Ron van Megen, die aan het rekenen zijn geslagen met hardlopen (2016, 222 pagina’s). Elk aspect van hardlopen wordt in formules, grafieken en tabellen vastgelegd. Praktische tips voor mij zijn: afvallen (…), VO2-max verbeteren (zie de tabel op pagina 71 van het boek), nu: rustige training op 6:30, marathon op 5:25, interval op 4:48 en sprint op 4:20 p/m. De beste wedstrijdstrategie is volgens de auteurs niets anders dan zo lang mogelijk op je maximaal haalbare tempo te blijven lopen, niet variëren gedurende de wedstrijd dus (in het boek tabellen om van je VO2-max naar je ADV/FTP te komen en dan met tabellen voor de duur van de inspanning te bepalen hoeveel procent van je ADV moet aanhouden).
Voorleesboek voor onze Nina (2014, 80 pagina’s). Met Foeksia de miniheks. WAKKA-BAKKA-BOE!!!
Schitterend getekend stripboek van Bilal-Christin (1983, 92 pagina’s). Over een jachtpartij in Polen, met allemaal machthebbers uit het Oostblok en een naïeve tolk.
Deze debuutroman van Lucky Fonz III zou ik zelf nóóit hebben gekocht, maar dat is het mooie van verjaardagscadeaus: je wordt nog eens verrast! Dit boekje (2024, 158 pagina’s) deed het echter niet voor me: de dichterlijk, vrijzinnig, (gepoogd) diepzinnig om een nuchtere Boer aan te spreken.
Het lezen van Freedom van Jonathan Franzen (2010, 564 pagina's) heeft mij ruim zes weken de tijd gekost. Waarschijnlijk omdat ik te druk of te snel afgeleid was want het is een best soepel lezend, interessant, knap boek. Ik kan het dan ook een ieder aanbevelen, net als eerder Crossroads van dezelfde schrijver. In het boek wordt het leven van een gezin, de Berglunds, vanuit verschillende perspectieven beleefd. Een ieder worstelt met (on)vrijheden en hoe daarmee om te gaan. Dit geeft psychologisch geduide, diepe karakters.
Studieboekje over hardlopen zonder blessures met name gericht op fysiotherapeuten, geschreven door Tjitte Kamminga (182 pagina's). Geeft inzicht in het bewegingsapparaat, in de belasting en belastbaarheid daarvan en in de route naar herstel. Voor mij vooral van belang is de warming up en de ondergrond: ik zal meer op zachte ondergrond moeten gaan rennen voorlopig.
Persoonlijk verhaal van Patty van der Zee over de ontdekking dat ze een donorkind is (2024, 144 pagina's). Aanrader.
Jaarlijkse uitgave van het CBS (minder dan 100 pagina’s). Vanwege het 125-jarig bestaan van het CBS meerdere data weergegeven in een tijdslijn van die afgelopen periode. Verder alleen plaatjes en cijfers, geen tekst. Daardoor hap-slik lekker weg te bladeren/lezen.
Gestencild werk met de herkomst en lijnen van de families Kranendonk, geschreven door ir. A. Kranendonk (1973, 36 pagina’s). Er zijn dus mensen die met heel veel (vrije) tijd en moeite bloedserieus uitzoeken wie uit welk geslacht stamt, om daaraan betekenis toe te kennen en boos te worden als er een familiewapen wordt gevoerd dat waarschijnlijk niet juist is. Heel bijzonder, en een tikje sneu wat mij betreft.
Hap-slik-weg: lekkere, lichte kost in de Reacher-systeem van Lee Child (2002, 386 pagina’s).
Het beste boek dat ik tot nu toe heb gelezen over de historische match om het wereldkampioenschap schaken uit 1972 tussen Boris Spasski en Bobby Fischer (2003, 358 pagina’s). Vol met mij eerder onbekende details, onder meer over de vader van Bobby.
Dit boek uit 1936 (126 pagina’s) is geschreven door J.H. de Goede jr. om ambtenaren en ambtsdragers beter te laten speechen. Heel mooi om te zien dat de tips vrij omslachtig en weinig praktisch worden gebracht; de lezer wordt aangezet om zelf te denken. De als voorbeeld opgenomen speeches zijn ook inderdaad niet geschikt om 1-op-1 over te nemen. Als tijdsbeeld wel grappig. En de beschrijving van de soorten speeches en mogelijke opbouw zijn nog steeds waar.
Met meerdere prijzen beloonde scifi van Ursula Le Guin (1971, 250 pagina's). Op zich snap ik dat wel door de gecreëerde wereld en de aandacht voor de psychologie in het verhaal. Maar ik vond het vooral moeilijk om in te komen. Pas vanaf de tweede helft begon het een beetje voor me te leven. Misschien is het zo'n boek dat bij herlezen beter wordt. Maar dat ga ik niet doen.
Boek van Bernard Cornwell over de bloedigste veldslag uit de Amerikaanse burgeroorlog, namelijk die bij Antietam. Protagonist van het boek vecht voor het Zuiden, dat is wel aardig. Verder moet je vooral beschrijvingen van strijd houden. Niet met veel plezier gelezen, beetje moetje (1996, 428 blz.).
Na lange tijd (zie nummer 661) weer een Jack Reacher van Lee Child (1997, 400 pagina’s). Zeer vermakelijk vakantievoer, maar qua plot natuurlijk onzinnig.
Ook dit derde deel van de Three Body-trilogie is grootse science fiction van Cixin Liu (724 pagina’s, 2016). In ideeënrijkheid en omvang van de ontwikkelingen. Er zit ook iets van romantische gedachten in maar het zijn vooral platte karakters, en dat vond ik wel prettig. De laatste paar honderd pagina’s waren wel een beetje ploeteren. De schrijver leek te willen bewijzen in schrift dat het ook echt allemaal kon. Ik had liever gehad dat hij het iets meer had gepostuleerd. Maar het geheel van de trilogie blijft vijf sterren houden, aanrader voor iedereen!
Op aanraden van o.m. Alex H. gelezen boek van Ken Follett (1990, 1010 pagina’s). Heel soepel leesbaar, vermakelijk als een damesroman plus. De plus is dan de historische achtergrond, maar verder is het best een dun verhaal, met veel stereotypische hoofdfiguren.
Boek van Richard Usborne (1981, 172 pagina's) met korte schetsen van alle boeken van P.G. Wodehouse, ter naslag.
Bundeling columns van Wilfried de Jong over wielrennen (2014, 190 pagina’s). Aardig snacktussendoortje. Geeft wel zin om te fietsen!
Over Voorburg in het Rampjaar (2017, 222 pagina’s). Uitgave van Historisch Voorburg. Gekocht voor pa voor zijn grote belangstelling voor het Rampjaar, die echter tanende blijkt. Boekje zelf wel aardig, maar niet übershockend, zoals het Rampjaar dat zelf ook niet was voor Voorburg.
Het vervolg op The Three Body Problem van Cixin Liu (2016, 528 pagina's), en misschien nog wel beter. The Wallfacers, de maatschappelijke ontwikkeling in afwachting van de komst van de Trisolarans, interplanetaire verhoudingen die nopen tot uitroeien, etc.
Weer een ingenieuze misdaadroman van Boris Akoenin (2000, 414 pagina's). Ditmaal afeisselend vanuit het perspectief van de kleinzoon van Erast Fandorin, Nicholas Fandorin en de verre voorvader van beiden, Cornelius von Dorn.
Didier Eribon (2018, 210 pagina's). Autobiografisch verhaal, over een homoseksuele jongen uit een Frans arbeidersmilieu die zich losweekt/-rukt van zijn sociale klasse en uiteindelijk hoogleraar wordt. Verhaal voor mij verpest door snobisme en dikdoenerij van de auteur.
Boekje van Rijswijker Merel van Rooy (2024, 152 pagina’s) over hoe verkeersboetes steeds meer gingen opleveren (en wie ze moest betalen).
Laatste deel van de zuster Pelagia trilogie van Boris Akoenin (2003, 480 pagina’s). Plot way out there, maar - Jezus Christus - ik vond het weer smullen!
Heel goed boek, scifi, van Octavia E. Butler (1979, 370 pagina’s). Niet door de science maar door de confrontatie met het slavenleven in de Verenigde Staten begin 19de eeuw.
Bundel van veelal aardige, literaire hardloopverhalen (2011, 226 pagina’s). Inspireert hopelijk weer wat voor dit jaar. Beetje consistent trainen en minder eten…
Heel aardig boek over de uitdagingen van een puber in huis, van Kluun (2022, 256 pagina's). Aanrader voor alle ouders met kinderen in een zekere leeftijd.
Rapport van de procureur-generaal bij de Hoge Raad over de bijzondere voorwaarden die het openbaar ministerie stelt bij de voorwaardelijke invrijheidsstelling van gedetineerden (januari 2024, 210 pagina's).
Blz. 31, 44, 138, 141, 178, 181.
Aardig populair-wetenschappelijk boek over oneindigheid, geschreven door Brian Clegg (256 pagina’s, 2003). Het concept oneindigheid is van weinig praktisch belang voor mij, en voor bijna alle anderen op de wereld, maar de geschiedenis ervan lezen en de wiskundige beginselen ‘begrijpen’ vond ik wel verrijkend.
P.S. Vraag me niet te reproduceren…
Lekker grof en nog steeds actueel boek van Vladimir Sorokin (2006, 200 pagina’s) over een dag uit het leven van de brute en decadente geheime dienst in Rusland. Moordend, seksend en drugsend bewaken ze de moraal en de naleving van wetten.