zondag 8 juni 2014

559. Dit zijn de namen





Dit boek van Tommy Wieringa (2013, 305 blz.) is dusdanig geprezen in de pers en in de directe omgeving dat ik het van een bevriend collega heb geleend. Vooral de eerste 100 pagina's las ik lekker weg. Heldere zinnen in korte hoofdstukken met brede bladspiegel, maar toch duidelijk ' literair'. Twee verhaallijnen wissen elkaar af. Lijn 1 is een oude politiecommissaris, Pontus Beg, met weinig sociaal leven die ontdekt dat hij (waarschijnlijk) Joods is en dat verder uitzoekt samen met de laatste jood, een rabbijn, in zijn provinciestad, een grensstad aan de rand van de beschaving. Lijn 2 is een groep vluchtelingen die door een woestijn trekt (// het joodse volk) en na veel ontberingen gedecimeerd aankomt in de stad van de politiefunctionaris. Ze blijken het afgesneden hoofd van een van de groep mee te dragen als afgod (// gulden kalf) en zo komen de verhaallijnen samen. Het verhaal doet me sterk denken aan het eerder op dit blog beschreven boek Wachten op de barbaren van Coetzee. Daar immers ook een magistraat op een buitenpost die sympathie krijgt voor een groep 'anderen'. Dat boek maakte echter meer blijvende indruk op me en had niet zo'n zwak einde als dit boek (namelijk - spoiler alert!: Beg ontfermt zich over de jongste die door de woestijn is getrokken en raadt hem aan jood te worden?!).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten