Commerciële editie, bewerking van proefschrift van historica Florike Egmond over georganiseerde misdaad in de Noordelijke Nederlanden in de periode 1650-1800.
- Rondtrekkende buitenlandse ex-militairen blijken een mythe: altijd sterk lokaal ingebed.
- Zigeuners (heidenen, Egyptenaren) trokken rond, met hele families, leverden kleine diensten en klusjes (manden vlechten, waarzeggen, potten en pannen repareren, etc) en waren gewelddadig in hun berovingen op het platteland. Chaoszaaiers door te strooien met alibi's, namen, halve bekentenissen, etc. De wet verbood de levensstijl van deze vagebonden.
- Joden, in grote getallen uit het oosten naar de vrije Republiek der Nederlanden getrokken, waren ook mobiel maar opereerden vanuit een basis in de stad. Stugge ontkenners. Wettelijk uitgezonderd van een heleboel soorten werk.
- Grenzen van rechtsgebieden zorgden voor samenwerkingsproblemen. Redelijk gedegen rechtspraak, maar wel gericht op moraliseren door de crimineel neer te zetten als de ander, het kwaad.
- Brabantse bendes lokaal ingebed, criminele dorpen op arme heidegrond.
zondag 5 november 2017
Abonneren op:
Posts (Atom)