Dit rechtsvergelijkend onderzoek in Duitsland, Engeland / Wales, Frankrijk en Noorwegen onder leiding van de professoren Bleichrodt en Mevis doet verslag van een inventariserend onderzoek naar wettelijke voorzieningen om een snellere en effectievere reactie op een strafbaar feit mogelijk te maken en daarmee de slagvaardigheid van het strafrecht te verhogen (2011, 190 pagina's). Het onderzoek is verricht in opdracht van het WODC en hier te raadplegen. Onderwerp van studie waren: a. inventarisatie van vrijheidsbenemende en vrijheidsbeperkende mogelijkheden gedurende het strafvorderlijke onderzoek; b. vrijheidsbeperkende strafrechtelijke sancties; c. snelrecht; d. dadelijke uitvoerbaarheid.
Enkele conclusies op een rij:
- In alle onderzochte landen bestaan strafvorderlijke vormen van voorarrest, maar daar heeft daadwerkelijke opsluiting - door ruimhartiger gebruik van alternatieven - meer een ultimum remedium karakter dan in Nederland. Net als Nederland kennen alle landen voorwaardelijke veroordelingen en de meeste zelfstandige vrijheidsbeperkende sancties.
- De onderzochte landen kennen een vorm van snelrecht, maar de praktische betekenis van deze voorzieningen is veelal gering.
- In Engeland zijn vonnissen in de regel dadelijk uitvoerbaar. In het Franse en Noorse recht bestaat de (algemene) mogelijkheid om veroordelingen tot bepaalde sancties dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Alleen Duitsland neemt de onschuldpresumptie heel strikt en kent geen uitvoerbaarheid bij voorraad.
- Kenmerken voor het Engelse recht is het uitgebreide en onoverzichtelijke stelsel van zelfstandige, rechterlijke bevelen. De Fransen doen ook iets en de Duitsers kennen met het "Polizeirecht" / "Sicherungsrecht" / "Ordnungsrecht" een systematiek waarmee de politie zelfstandige, niet-strafrechtelijke vrijheidsbeperkende maatregelen kan opleggen ter afwending van gevaar. Het Noorse recht is (Scandinavisch socialisme!) veel minder op afschrikking en controle van gedrag van burgers gericht en legt een sterke nadruk op adequate zorg aan een verdachte.
- Het EVRM geeft bij de vrijheidsbeperkende maatregelen weinig substantiele, algemene beperkingen. Ook niet bij vormen van dadelijke uitvoerbaarheid.
- Snelle bereikbaarheid van een rechter om tot een (voorlopige) maatregel te komen lijkt vaak van grotere betekenis dan snelle strafrechtelijke berechting.
- Interessant is hoe nadrukkelijk rechtsculturele karakteristieken een rol spelen bij het overwegen van mogelijkheden om de slagvaardigheid van het strafrecht te vergroten. Kort gezegd: elk land heeft zijn eigen systeem gekozen, waarin alles aan elkaar samenhangt; hierdoor kan niet zomaar een (veelbelovende) sanctie uit een ander stelsel worden overgenomen in Nederland.
Op 7 februari 2012 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie het rapport aan de Tweede Kamer aangeboden, samen met een beleidsreactie.