zondag 25 september 2011

352. De context

Volgens de ondertitel is deze detectiveroman van Leonardo Sciascia (1971, 146 pagina's) een parodie. Dat betekent echter niet dat er veel te lachen valt. Integendeel, het is een bitter verhaal (zie ook onderstaande opwekkende voorkant).

Een eenzelvige, gerenommeerde politieman onderzoekt een reeks moorden op Italiaanse rechters. De machinerieën van de macht werken echter tegen vanwege onbenoemde grotere belangen. Voor de lezer blijft onduidelijk wat er precies speelt. In combinatie met de literaire verwijzingen is het boek voer voor echte intellectuelen.


“Excellentie, ik denk dat we het juiste spoor laten liggen om een vals spoor te volgen. Met die vermoorde rechters, bedoel ik.” De minister keek Rogas met medelijden en wantrouwen aan. “Misschien,” zei hij. “Maar blijft u het volgen.”

zaterdag 24 september 2011

351. Birth of the Cool

Gratis boekje bij het NRC Handelsblad over het leven en de muziek van Miles Davis (2011, 50 pagina's). De vele plaatjes en de ruime bladspiegel trokken mij er vlot doorheen, ook al kon het onderwerp mij - als zelfverklaard muziekonverschillige - niet echt boeien. Ik ben wel benieuwd naar de bijgevoegde gratis CD, met dezelfde titel, met opnames uit de jaren '50 van de vorige eeuw.


Update: muziek ligt prettig in het gehoor, geen verstorende zang (op laatste nummer na), gewoon afwisselend relaxed en up-tempo, ritmisch getoet en geploink; ideale werkmuziek.

350. Het reizen vereist sterke zenuwen

Van een collega kreeg ik dit verzamelwerk (2004, 338 pagina's) met een selectie korte verhalen van Bob den Uyl (1930-1992) te leen. Ik heb dit met zeer veel plezier gelezen. De herkenbare observaties van de eenzame reiziger, de sombere en soms zelfs gemene humor, de te bewuste en daardoor moeizame omgang met zijn omgeving, het fietsen als meest ideale reisvorm, de gang naar oude slagvelden, het sprak me allemaal enorm aan. Vijf sterren!

zaterdag 17 september 2011

146/1001. De mijn

Emil Zola, 1885, 555 pagina's. Indrukwekkende, emotioneel effectieve, naturalistische roman over het bestaan in de kolenmijnen in Noord-Frankrijk eind 19de eeuw: bittere armoede en dito honger, promiscuïteit, de eeuwige arbeidersklasse, uitbuiting door het grootkapitaal, stakingen, liefde, ziekte, verderf, dood van mens ('de mijn moet worden gevoerd met mensenvlees') en dier (arme Bataille en Poland!) en een sprankje hoop in de droom van socialisme en revolutie. Wat hebben we het met zijn allen in het westen nu toch rijk en goed. Vergelijk ook The Jungle van Sinclair.