Emil Zola, 1885, 555 pagina's. Indrukwekkende, emotioneel effectieve, naturalistische roman over het bestaan in de kolenmijnen in Noord-Frankrijk eind 19de eeuw: bittere armoede en dito honger, promiscuïteit, de eeuwige arbeidersklasse, uitbuiting door het grootkapitaal, stakingen, liefde, ziekte, verderf, dood van mens ('de mijn moet worden gevoerd met mensenvlees') en dier (arme Bataille en Poland!) en een sprankje hoop in de droom van socialisme en revolutie. Wat hebben we het met zijn allen in het westen nu toch rijk en goed. Vergelijk ook The Jungle van Sinclair.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten